Bij toelaten van landbouwgif telt nieuwste kennis niet altijd mee
Trouw, Onno Havermans 6 mei 2022
Het Europese hof buigt zich over de vraag of Nederland strenger moet zijn bij het toelaten van giftige bestrijdingsmiddelen. Nu tellen de laatste inzichten niet altijd mee.
Bij de toelating van giftige bestrijdingsmiddelen zou altijd de laatste wetenschappelijke kennis over effecten op gezondheid en milieu moeten meewegen. Of toch niet? Een Nederlandse rechter roept de hulp in van het Europese Hof van Justitie.
In 2019 heeft PAN Europe een bezwaarschrift bij het Ctgb ingediend tegen de toelating van twee schimmelbestrijders en een insecticide: fludioxonil (in schimmelbestrijder Pitcher), difenoconazool (in schimmelbestrijder Dagonis) en sulfoxaflor (Closer). De bezwaren werden door het Ctgb afgewezen
De toelating van Pitcher, Dagonis en Closer werd daarna door Pan in drie afzonderlijke zaken voorgelegd aan het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Maar deze rechter komt er in zijn eentje niet uit en vraagt daarom het Europese Hof om uitleg, aan de hand van twaalf zogeheten prejudiciële vragen. Het hof mag zeggen of de toelating van een gewasbeschermingsmiddel moet worden beoordeeld ‘op basis van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis op het moment van de toelating of een eerder moment, bijvoorbeeld het moment van de aanvraag’. Voor de volksgezondheid is van belang of Nederland mag afwijken van Europese afspraken en wat de bijen betreft is de vraag of ook kennis moet worden meegenomen die nog niet in een wet of regeling is vastgelegd.
Download het hele artikel